Een dagelijkse bezoeker van onze tuin: de Turkse tortel (Streptopelia decaocto).

 

Nijlganzenpaar (Alopochen aegyptiaca)

 

Brandganzen (Branta leucopsis). Gezien in de Zonzeelse polder bij Hooge Zwaluwe.

 

Kolganzen (Anser albifrons). Gezien in de Zonzeelse polder bij Hooge Zwaluwe.

 

Grauwe ganzen (Anser anser). Gezien in de Zonzeelse Polder bij Hooge Zwaluwe.

 

Treures (Fraxinus excelsior 'Pendula'). Alle treuressen stammen af van één boom die in 1725 in Engeland werd gevonden.

 

 

Nieuw groen dient zich aan: fluitenkruid (Anthriscus sylvestris).

 

Tenslotte laat ook de treurwilg (Salix sepulcralis 'Chrysocoma') z'n blad vallen.

 

Knoppen van Amerikaanse eik (Quercus rubra).

 

Zomereiken (Quercus robur) in de avondlucht.

 

Spreeuw (Sturnus vulgaris). In rustkleed is de snavel zwart.

 

Huismus (Passer domesticus). Man.

 

Deze torenvalk ((Falco tinninculus) heeft een plaatsje gevonden op een ooievaarsnest.

 

Kronkelwilg (Salix babylonica 'Tortuosa').

 

Nog niet alle blad is gevallen. Hier: Noorse esdoorn (Acer platanoides).

 

Gele korstzwam (Stereum hirsutum).

 

Blauwe korstzwam (Terana caerulea).

 

Populieren (Populus x canadensis) in de mist.

 

Italiaanse aronskelk (Arum italicum).

 

Mozes in het biezen mandje (Tradescantia spathacea). Een kamerplant uit Midden Amerika.

 

Gelderse roos (Viburnum opulus).

 

Heggenmus (Prunella modularis).

 

Kuifeenden (Aythia fulgida).

 

Scherpe boterbloem (Ranunculus acris) bloeit nog.

 

Tafeleend (Aythya ferina).

 

Bladeren van zomereik (Quercus robur) blijven lang zitten.

 

Ekster (Pica pica). In witte esdoorn (Acer saccharinum) waarin de bloemaanleg al te zien is.

 

Deze merel (Turdus merula) verorbert een sierappeltje.

 

Biesbosch plaatjes