Veer van een ekster (Pica pica).

 

Groot kaasjeskruid (Malva sylvestris).

 

Bosrank (Clematis vitalba) bloeit weer.

 

Haagwinde (Convolvulus sepium).

 

Hoofdje van kaardenbol (Dipsacus fullonum).

 

Vruchten van de vuilboom (Rhamnus frangula).

 

Blinde bij (Eristalis tenax), een zweefvlieg.

 

Boomblauwtje (Celastrina argiolus).

 

Kattenstaart (Lythrum salicaria)

 

Hartgespan ( Leonurus cardiaca).

 

Vijfdelig kaasjeskruid (Malva alcea).

 

Knoopkruid ( Centaurea jacea).

 

Zegekruid (Nicandra physalodes).

 

Wilgenroosje (Chamaenerion angustifolium).

 

Bruin zandoogje (Maniola jurtina). Wat een schutkleur!

 

Watergentiaan (Nymphoides peltata).

 

Fredegunda diluta, een sluipwesp.

 

Rolklaver (Lotus spec.)

 

Blad van rode kornoelje (Cornus sanguinea). Dubbelgevouwen en beide helften uit elkaar getrokken. Maar niet helemaal uit elkaar:de nerven hangen nog samen.

 

Weidehommel (Bombus pratorum) op bitterzoet (Solanum dulcamara).

 

Landkaartje (Araschnia levana).

 

De gehakkelde aurelia (Polygonum c--album) wordt ook wel de witte c-vlinder genoemd. Zie ook 4 juli.

 

Wapendrager (Phalera bucephala). Een Tandvlinder.

 

Rups van de witte tijger (Spilosoma lubricipeda). Gezien in Natuurtuin Oranjepolder.

 

Nest van Duitse wesp (Vespula germanica) in natuurtuin Oranjepolder.

 

Berenklauw (Heracleum sphondylium) bloeit weer.

 

Zweefvlieg op bloemhoofdje van speerdistel (Cirsium vulgare)

 

Gehakkelde aurelia (Polygonia c-album)

 

Hopwortelboorder (Hepialis humili). Gezien op de ochtend na de nachtvlindernacht, op het doek en op mijn vingers.

 

Twee dagvlinders: het groot koolwitje (Pieris brassicae) en het boomblauwtje Celastrina argiolus).

 

Klein geaderd witje (Pieris napi).